Ga naar de inhoud
Home » Blogs » Het Besluit activiteiten leefomgeving: Bisschop + Partners is er klaar voor

Het Besluit activiteiten leefomgeving: Bisschop + Partners is er klaar voor

Geldt er een meldingsplicht op grond van het Bal? Dan is het verboden om de activiteit te starten zonder de melding te doen.

De incompany leergang Omgevingswet heeft ertoe geleid dat de adviseurs van Bisschop + Partners de nieuwe milieuwetgeving in de vingers hebben. Zij hebben geoefend op bestaande projecten door inrichtingen om te zetten naar milieubelastende activiteiten (mba’s). Twee Bisschoppers delen nu hun bevindingen in deze blog. Over het Besluit activiteiten leefomgeving zijn zij positief.

Laurens Zaal zette de leergang op. ‘In het leerplan legden wij de nadruk op het vertalen van de milieuaspecten in de bedrijfsvoering van wat we nu nog Inrichtingen noemen, naar de milieubelastende activiteiten (mba’s) in de nieuwe regelgeving. Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) leest prettig. Bij het afhandelen van een melding Activiteitenbesluit zien we soms verschillende werkwijzen en standaarden, maar het Bal geeft per mba precies aan welke stukken bijgevoegd moeten worden.’

Laurens Zaal (L) is vennoot van Bisschop + Partners en heeft zijn roots in het ontwikkelen en presenteren van leergangen op het gebied van omgevingsrecht. Hij staat aan de basis van onze interne leergang Omgevingswet, waarmee de adviseurs Vergunningverlening van Bisschop + Partners worden voorbereid op de realiteit van na 1 januari 2024. Tobias Verdonschot (R) is een van onze adviseurs Vergunningverlening. Bij het actualiseren van vigerende milieuvergunningen nam hij de aanstaande Omgevingswet al mee. ‘Want waarom werk verzetten dat je aanstonds weer moet veranderen,’ zegt hij in onze voorgaande blog over de Omgevingswet (zie snelkoppeling onderaan). 

De mba’s in het Besluit activiteiten leefomgeving

Tobias Verdonschot volgde de leergang. Hij is één van onze adviseurs die al met de Omgevingswet werkt. ‘In het Besluit activteiten leefomgeving zijn eigenlijk het Bor en het Activteitenbesluit samengevoegd. Je kan per mba zien welke activiteit als mba wordt aangewezen. In het Bal wordt bij iedere mba verwezen naar de regels die van toepassing zijn. Hierdoor weet je gelijk waaraan de ondernemer moet voldoen. De indieningsvereisten van bijvoorbeeld een melding zijn al gericht op adequaat toezicht. Een winst voor het gehele werkveld, van vergunningverlening tot toezicht en handhaving.’

Glasheldere indieningsvereisten

Laurens: ‘Een voorbeeld van glasheldere verwachtingen per mba zien we op het gebied van de opslag van propaan of propeen in tanks in § 4.91 van het Bal. Zowel de eigenaar van de tank als het bevoegd gezag zien onmiddellijk waar het om gaat. Heel handig is ook het glasheldere verbod om te starten met de activiteit zonder deze gemeld te hebben.’

Laurens Zaal: ‘Voorbeeld van glasheldere indieningsvereisten per MBA.’ 

§ 4.91 Opslaan van propaan of propeen in opslagtanks

Artikel 4.896 (toepassingsbereik)

Deze paragraaf is van toepassing op het opslaan van propaan of propeen in een opslagtank.

Artikel 4.897 (melding)

1. Het is verboden de milieubelastende activiteit, bedoeld in artikel 4.896, te verrichten zonder dit ten minste vier weken voor het begin ervan te melden.

2. Een melding bevat: a. de coördinaten van de opslagtank, het vulpunt van de opslagtank, de bovengrondse vloeistofvoerende leiding, de aansluitpunten van die leiding en pomp en de opstelplaats van de tankwagens voor het vullen en legen van de opslagtank; en b. het brandaandachtsgebied en explosieaandachtsgebied. 

Tobias: ‘Ik heb inderdaad een keer een nuttig gesprek gehad met een toezichthouder over het afhandelen van een melding Activteitenbesluit. Hij wilde – en dat snap ik heel goed- diverse aanvullingen op de melding ontvangen die niet glashard in de indieningsvereisten staan beschreven, maar wel handig zijn voor toezicht. Een voorbeeld is een keuringscertificaat van een vloeistofdichte vloer. In mijn ogen kan je dit certificaat niet eisen bij een melding Activiteitenbesluit, maar vraag je deze op tijdens het controlebezoek. Het Bal is duidelijker hierover.’

Van inrichting naar mba (VINM) bij vergunningplichtige bedrijven

Tobias verder: ‘Ook bij vergunningplichtige bedrijven is het handig om te weten welke mba’s er zijn en hoe deze onderling samenhangen. Van een groot aantal BRZO-bedrijven hebben we de mba’s geïdentificeerd met als doel om te kijken hoe de inrichtingen ‘landen’ onder de Omgevingswet. De voorschriften van een vergunning van een complex bedrijf blijven in principe in stand. We hebben echter gezien dat een aantal activiteiten uit hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit (bijvoorbeeld een wasplaats bij een complex bedrijf) niet zijn geregeld in het Bal. Wanneer de Omgevingswet in werking treedt, moet daarom voor elk bedrijf bekeken worden welke voorschriften van toepassing blijven en of wel alle activiteiten zijn gereguleerd.’

Laurens: ‘Bij complexe bedrijven, dus de huidige BRZO- en IPPC-inrichtingen) is de overgang nog redelijk te overzien, maar bij gemeentelijke vergunningplichtige bedrijven wordt de vertaling van de huidige vergunning een grotere puzzel. Een deel van de voorschriften blijft van toepassing op de vergunningplichtige mba, maar andere voorschriften vervallen of blijven tijdelijk gelden als maatwerk.’

Van bedrijf naar bedrijvigheid

De Omgevingswet kent met de mba’s een andere invalshoek dan de huidige wetgeving. Niet het bedrijf maar de bedrijvigheid staat voorop. Laurens: ‘Opdrachtgevers zijn gewend om toezicht te meten aan het aantal bedrijven dat jaarlijks wordt gecontroleerd. Met het Bal moeten we echt gaan denken in activiteiten en niet meer in inrichtingen uit de Wet milieubeheer, namelijk qua omvang een bedrijf met een continue activiteit die wordt gevoerd op één duidelijk begrensde plek. Dat is nog een erfenis van de aloude Hinderwet. Het Bal omvat nu ook milieubeschermende maatregelen bij mobiele of tijdelijke activiteiten. Denk aan festivals of foodtrucks. In deze gaat de regelgeving nu met zijn tijd mee.’

Transitie

Beide collega’s zijn er goed over te spreken dat Bisschop + Partners bij de tijd blijft. Tobias: ‘Wij bieden onze opdrachtgevers  meerwaarde. We hebben ons goed voorbereid en staan klaar voor de toepassing van de nieuwe regelgeving. En wat de vergunninghouders betreft: regelgeving is er niet om je te pesten. Regelgeving is nodig – de praktijk van door de jaren heen bewijst dat. Hoe doeltreffender we die toepassen, hoe beter dat is, wat mij betreft. De Omgevingswet draagt daaraan duidelijk bij. Ik ben ontzettend benieuwd hoe de transitie van onze regelgeving zal uitwerken.’

Tobias vervolgt: ‘Wat wij op onze projecten hebben geleerd, deelden we al met de opdrachtgevers van die projecten. Het werd duidelijk gewaardeerd en dat verwachtte ik ook wel. We staan tenslotte allemaal aan dezelfde kant – vergunningverleners en vergunninghouders – als je het over de kwaliteit van onze leefomgeving hebt. Een leefomgeving die wij weer overdragen aan volgende generaties. En over de verduurzaming van de bijbehorende kennis daarover.’

Laurens plaatst een kritische noot. ‘De transitie die Tobias noemt, wordt nog best spannend. We vegen 40 jaren Omgevingsrecht van tafel. Er zullen discussies ontstaan en rechtszaken gevoerd moeten worden over nieuwe grensgevallen en de vele nieuwe definities. Er moet nieuwe jurisprudentie komen, en dat kost tijd en mankracht. Ook zal de digitale ondersteuning (DSO – Digitaal Stelsel Omgevingswet) zijn doelmatigheid moeten bewijzen. Er zullen zich op dat vlak ongetwijfeld de nodige kinderziektes aandienen. Al met al zie ik in de eerste periode nog wel wat patchwork aankomen. Maar wat het werken met de Omgevingswet betreft: wij zijn er klaar voor.’