Van inrichting naar mba
Laurens Zaal, één van onze kennisdragers op het gebied van milieurecht en leefomgeving, is enthousiast over de stappen die de B+P-adviseurs zetten in het leertraject Omgevingswet. ‘Behalve het theoretisch kader dat we hen meegeven, zijn we vooral ook casusgewijs aan de slag, op bestaande vergunningtrajecten. Zo houden we er rekening mee dat het begrip Inrichting met de invoering van de Omgevingswet verandert in: milieubelastende activiteiten (mba’s).
Tobias Verdonschot kan dit beamen. Hij is een van onze adviseurs die zich richt op het actualiseren van milieuvergunningen voor BRZO-bedrijven. ‘Zo zijn we slim bezig. Want waarom nu werk verzetten dat je aanstonds weer moet veranderen! De betrokken omgevingsdienst vindt het prima. En leert mee!’
Kennis delen met opdrachtgevers
Laurens: ‘Het is niet de bedoeling om de opgedane kennis voor onszelf te houden. Onze adviseurs nemen hun kennis mee naar onze opdrachtgevers. Bisschop + Partners geeft uitvoering aan de milieuwetgeving en wij anticiperen op de komst van de Omgevingswet. Wat gebeurt er met de voorschriften in een vergunning? Heeft het nog zin om op energie en op PGS 15 te actualiseren? Wat verandert er voor grote, industriële en BRZO-bedrijven? Wat blijft er voor het gros van de kleinere bedrijven aan maatwerkvoorschriften over, nu hun omgevingsvergunning niet langer op de inrichting is gericht maar op een set mba’s die op hun bedrijfsvoering van toepassing zijn?’
Tobias: ‘In de praktijk van straks zal er voor BRZO-bedrijven niet heel veel veranderen. Een groot deel van de vergunningen van BRZO-bedrijven is op orde en wordt door middel van actualisatieprogramma’s ook actueel gehouden. De activiteiten en risico’s zijn goed uitgewerkt. Voor BRZO-bedrijven gaan de huidige vergunningvoorschriften één op één over naar de vergunning onder de Omgevingswet. Alleen voor BRZO-bedrijven mogen we de term inrichting blijven gebruiken, namelijk de Seveso-inrichting als een complexe mba.
Nee, het zijn de midden– en kleinbedrijven waar in de vergunningen het meest verandert: de vergunningplicht geldt niet meer voor het hele bedrijf, maar slecht voor de vergunningplichtige mba. Regels voor de niet-vergunningplichtige mba’s staan zometeen in het Besluit activiteiten leefomgeving en in het Omgevingsplan. In die standaardsets met voorschriften ligt de nadruk op doelvoorschriften: wat wil je bereiken. En zijn de middelenvoorschriften – hoe en waarmee bereik je dat – logischer dan nu gerangschikt; minder versnipperd. Denk daarbij aan Arbo, externe veiligheid, bodembescherming, lozingen et cetera.’
Omgevingswet in praktijk brengen
Laurens: ‘De Omgevingswet is bedoeld om het milieurecht eenvoudig beter te maken. Het bij de Omgevingswet behorende Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) leest makkelijk, net als de andere onderliggende besluiten en de Omgevingswet zelf. Het Invoeringsbesluit dat daarbij hoort, is echter weer vol van lastige juridische zinnen en uitzonderingen. Voor de techneuten onder de Bisschoppers is het juridisch idioom best pittig. Door de praktijkopdrachten in de leergang blijven we op de inhoud. Van enkele vergunningen die wij nu onder de Wabo verlenen, geven we aan de opdrachtgever ook een exemplaar als ware de Omgevingswet in werking. Een win-win voor onze opdrachtgevers en onze medewerkers. Wij gaan hierdoor de toekomst met vertrouwen tegemoet.’
Tobias: ‘Het is best een uitdaging om vergunningen nu in één keer omgevingswetbestendig te maken. Heel veel zaken zijn nu niet meer in vergunningvoorschriften geregeld maar in algemene regels. Een voorbeeld? Als in het bedrijf laswerkzaamheden worden verricht, dat volstaat een verwijzing naar de algemene regels voor wat bij die werkzaamheden komt kijken, in dit geval: stof, geluid, lichtemissie en – waar het een goede afzuiging betreft – Arbo. Met deze algemene regels kan er effectiever worden gehandhaafd. En dat zal nodig blijven. Regels zijn er immers niet om je te pesten. Ze zijn er omdat er ooit iets is misgegaan en we herhaling willen voorkomen.’
Overgangsrecht en mba’s
Laurens beluit: ‘Het doel is natuurlijk dat wij met onze adviesvaardigheden bij de nieuwe tijd blijven en daar onze opdrachtgevers nu al hun voordeel mee laten doen. VTH’ers moeten gaan denken in mba’s in plaats van in inrichtingen, dus we hebben voor een aantal inrichtingen de mba’s geïdentificeerd. We zijn nu aan het werk met het overgangsrecht. We zoeken uit welke vergunningvoorschriften overgaan, en we zoeken naar de betekenis van de regels uit de ‘bruidsschat’ – zo noemen we de regels van het Rijk die verhuizen naar gemeenten en waterschappen. Gek genoeg is de situatie voor complexe mba’s veel minder complex dan voor niet-complexe mba’s. Ons motto is: “Als je het overgangsrecht begrijpt, dan begrijp je de rest ook”. Kortom: Als Bisschop + Partners lopen we op de tijd vooruit en besparen we onze opdrachtgevers die tijd in de nabije toekomst.’
Modules van de leergang
We hebben het fundament gelegd met bouwstenen zoals het Bal en de bruidsschat: hoe zoek je daarin op wat voor jouw casus van toepassing is.
We zijn bekend met het nieuwe omgevingsstelsel: wat zijn de doelstellingen en de reikwijdte en hoe verhouden de wet en de diverse maatregelen en regelingen zich tot elkaar.
We hebben de opzet en inhoud van de Omgevingswet getoetst, weten het begrip milieubelastende activiteit te duiden en we begrijpen de onderlinge samenhang van de mba’s
We begrijpen welke rol en functie de omgevingsdiensten in het nieuwe stelsel vervullen en waar ze nu druk mee zijn:
- het omzetten van bestanden van inrichting naar mba’s;
- het vorm geven van het nieuwe vooroverleg: verkennen en begeleiden van een initiatief (VBI);
- leges;
- mandatering;
- werkafspraken met ketenpartners
We zijn goed in staat om casusgewijs vergunningen op te stellen die aan de nieuwe wet- en regelgeving voldoen.
We gaan effectief om met het overgangsrecht en kunnen dit toepassen op bestaande milieuvergunningen.
Op hoofdlijnen kunnen we uitleggen hoe het thema Externe veiligheid is geborgd in het nieuwe Omgevingsstelsel.