Ga naar de inhoud
Home » Blogs » BRZO: Het blijft opereren in een krachtenveld

BRZO: Het blijft opereren in een krachtenveld

Frans Ozinga over de opslag en emissie van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS)

Frans Ozinga is specialist complexe milieuvergunningen en vanuit Bisschop + Partners werkzaam bij meerdere omgevingsdiensten. ‘Uit ervaring weet ik dat de meeste vergunningen echt wel goed in elkaar zitten. Het kritische punt is de handhaving. Bij inrichtingen die onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO) vallen, moet je bijvoorbeeld denken aan de opslag en overslag van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) zoals Butadieen. Een vakgebied apart, met de focus op omgevingsveiligheid! Er zitten ook politieke componenten aan. De vestiging van grote bedrijven brengt lokaal en regionaal geld in het laatje. Er spelen dus meer belangen dan veiligheid alleen. Wat er kan gebeuren als toezicht en handhaving ook maar een moment minder scherp zijn, schets ik aan de hand van een voorbeeld dat jaren geleden de krantenkoppen haalde.’

Gasbrander

‘Geloof het of niet! De inrichting en locatie laat ik even in het midden. Maar als je in een koude januarimaand gevaarlijke stoffen – in dit geval Xyleen – vanuit een grote tank overpompt en de pomp bevriest, dan heb je een probleem. Ga je die pomp vervolgens met een gasbrander ontdooien, dan krijg je een nog groter probleem. De vloeistof in de lekbak waarin de grote tank is geplaatst, vat vlam. Ga je die vlam met water te lijf, dan heb je een mega probleem. De brandende vloeistof verspreidt zich over het terrein en daar staan tien IBC’s – dat zijn Intermediate Bulk Containers van plastic – opgesteld, met daarin 23.500 liter aan giftige, bijtende en brandbare vloeistoffen. Overigens: die mochten daar volgens de vergunningvoorschriften niet eens staan. Het plastic van de IBC’s smelt, nog meer gevaarlijke vloeistoffen komen vrij en… je hebt een onbeheersbaar probleem. Opslagtanks worden als raketten de lucht in geslingerd. De rookpluim is in een straal van vijfenvijftig kilometer te zien.’

Risicoanalyses

‘De ramp is nu compleet en dat is dus alles wat je niet wilt. Dit is dan ook waar wij als vergunningverleners, handhavers, toezichthouders en experts in de opslag van gevaarlijke stoffen op inzetten. We moeten uitgaan van worst case scenario’s en die blijven toetsen aan voortschrijdend inzicht. Bisschop + Partners heeft chemisch technologen en procestechnologen in huis. Wij voeren risicoanalyses uit op het gebied van arbeidsveiligheid en externe veiligheid en zetten die om in veilige procedures. Met het oog op toezicht en handhaving bijvoorbeeld, zijn de kleinste aandachtspunten van belang. Vergeet bijvoorbeeld niet in de logboeken van een inrichting te kijken: wie welke installaties op welk moment heeft bediend of geïnspecteerd. Bisschop + Partners heeft op het gebied van BRZO inrichtingen kennis ontwikkeld en aangescherpt, mede door incidenten in het verleden. “Leer van de praktijk!” is hier het devies. Dat geldt ook voor de betrokken instanties, trouwens.’

Lees meer over risicoprofiel en milieuschade in ‘Over milieurisico’s en sturen op outcome en naleefgedrag

Explosief verleden

‘Ik duik – wat dat leren van de praktijk betreft – even de geschiedenis in. Internationaal is de ramp bij Seveso een wake up call geweest. Seveso is een stadje in Noord-Italië dat bekend is vanwege een chemische ramp in juli 1976. Bij dit ongeval werd een toxisch gas, dioxine, uitgestoten. De milieuramp trok de aandacht van de Europese Gemeenschap waardoor actie werd ondernomen om de wetgeving uit te werken zodat de mens en zijn omgeving beter zijn beschermd tegen de gevaren van industriële ongevallen. Dit resulteerde in de Seveso-richtlijn. Die is in 2015 aangescherpt tot Seveso III, met meer nadruk op het beheersen van risico’s en niet alleen technische maar ook organisatorische aspecten, zoals bedrijfsvoering, toezicht en handhaving. De EU-richtlijn is in ons land uitgewerkt tot de BRZO, die eveneens in 2015 is aangescherpt.’

Brand bij chemisch bedrijf Marbon in het Westelijk Havengebied in Amsterdam

Het zand van Joop

‘In Nederland waren wij al eerder wakker geschud. Waar Lekkerkerk aan de basis staat van ons bodembeleid, zou je het Westelijk Havengebied van onze hoofdstad het Lekkerkerk van het externe veiligheidsbeleid kunnen noemen. We schrijven 1971. Amsterdam wil zijn havenactiviteiten, waaronder de op- en overslag van gevaarlijke stoffen, uitbreiden. Joop den Uyl – wie kent hem nog! – is op dat moment de wethouder van dienst. Tot ongenoegen van de kunstenaars op het voormalige eiland Ruigoord, laat hij een deel van de IJ-polders opspuiten met zand – in de volksmond Het Zand Van Joop. Een van de eerste bedrijven die zich daar vestigen, is Marbon. Marbon maakt ABS-plastic, een kunststof waar onder meer meubels en speelgoed van worden gemaakt. Het eindproduct is ongevaarlijk, maar bij de fabricage van ABS-plastic worden verschillende gevaarlijke stoffen gebruikt. Het gaat om het uitermate explosieve 1,3-butadieen, het zeer giftige acrylonitril, en het iets minder schadelijke styreen.’

De brandweer never forgets

‘In de jaren zestig bestaan er nauwelijks wetten en regels voor chemische bedrijven. In Amsterdam is bijvoorbeeld alleen een Hinderwetvergunning noodzakelijk. In de haast de fabriek van de grond te krijgen verzuimt Marbon de vergunning aan te vragen. De gemeente hecht meer waarde aan de vestiging van industrie dan aan handhaving. De gemeente heeft op dat moment één hinderwetambtenaar in dienst. Het toezicht is minimaal. Op 10 augustus 1971 is het te laat. Op deze dag raakt een reactorvat lek. Een borrelend schuim, bestaande uit 1,3-butadieen – een explosieve stof zwaarder dan lucht – stroomt uit het vat. Uiteindelijk leidt dat in de werkruimte en het afgesloten trappenhuis tot een laag schuim van een halve meter hoog, met daarboven een explosief gasmengsel. De brandweer weet niet goed hoe dit geval aan te pakken. Wanneer zij proberen het schuim weg te spuiten explodeert het gasmengsel. Hierbij komen vijf Amsterdamse brandweermannen en drie leden van de bedrijfsbrandweer om het leven. Tweeëntwintig personen raken gewond. Het gebied werd ontruimd. Nederland was wakker geschud. De brandweer never forgets!’

Krachtenveld

‘In onze tijd kan dat niet meer. Toch worden inrichtingen nog wel eens achterhaald door regelgeving. Een goed voorbeeld vind je in Zeeland. Daar zat een op- en overslagbedrijf dat de regio veel werkgelegenheid bood en vriendelijk werd behandeld. Totdat de transitie van de provincies en de gemeenten als bevoegd gezag naar nieuw opgezette omgevingsdiensten plaatsvond. De omgevingsdienst constateerde dat het bedrijf onder de Stoffenlijst Seveso III en dus in de BRZO categorie viel en aan veel zwaardere veiligheidsvoorschriften moest voldoen. In het krachtenveld tussen de politiek, de veiligheidsregio en het bedrijf heeft Bisschop + Partners uiteindelijk voor alle betrokkenen een bevredigend compromis bereikt waarbij zowel externe veiligheid als werkgelegenheid zijn gediend.’

Schepen en tankwagens

‘Voortschrijdend inzicht blijft de norm. Zo speelt nu in Den Helder de vraag of de daar aangemeerde marineschepen deel uitmaken van de inrichting of niet. Wij hebben dat eerder aan de hand gehad, al ging het daar om gevulde tankwagens die ’s nachts op het fabrieksterrein waren gestald. De uitkomst was logisch: Als ze vastgekoppeld zijn aan een installatie, dan wel. Staan ze los en toont de vrachtbrief een duidelijke plaats van herkomst en een plaats van bestemming aan, dan niet. Wat mij weer op het vervoer van gevaarlijke stoffen brengt. En de Regeling basisnet van het ministerie van Infrastructuur en Milieu’

Treinen

‘Volgens de Regeling basisnet zit er een limiet op vervoersbewegingen van gevaarlijke stoffen per spoortraject. Toch bleek dat het bij het spoorwegknooppunt Den Bosch mis ging. Daar passeerden driemaal zoveel gevaarlijke transporten het station. Dat bleef onopgemerkt totdat een van de omwonenden aan de bel trok. Zoiets zal in meer steden het geval zijn. De oorzaak. Nederland legde de Betuwelijn aan maar onze oosterburen trokken die niet door naar het Ruhrgebied. Zo moeten de transporten dus via omwegen naar hun plaats van bestemming in Duitsland komen. Voor de railtransporten door Den Bosch heeft het ministerie in 2016 nieuwe limieten vastgesteld.’

Trots

‘Zo kan ik nog een tijd doorgaan – casussen genoeg! Ik vat nog eens samen: voortschrijdend inzicht door leren uit de praktijk, brengt een betere beheersing van omgevingsrisico’s en externe veiligheid tot stand. Een risicogebied dat in zijn kinderschoenentijd tot zware incidenten leidde, kunnen we in Nederland nu beheersbaar noemen. Toezicht en handhaving blijven mensenwerk, maar wel met steeds betere inzichten, technieken en instrumenten. Ik ben trots op wat Bisschop + Partners , waar ik deel van ben, op dit gebied aan expertise in huis heeft. Omgaan met het BRZO: het blijft opereren in een krachtenveld.’

Frans Ozinga is werkzaam geweest bij Bisschop + Partners als senior vergunningverlener, gespecialiseerd in complexe milieuvergunningen.