Ik kan me nog herinneren dat ik ongeveer 8 jaar geleden voor het eerst bij een presentatie was over de Omgevingswet. Met als inleidend motto van de presentatie: Eenvoudig beter. Met daaronder de afbeelding van het allereerste ingeblikte blik. Soep in blik, dat was nog eens een wereldschokkende verbetering!
Waar voor ons geld
Inmiddels zijn we jaren verder en is de inwerkingtreding van de Omgevingswet al herhaaldelijk uitgesteld. De leuze eenvoudig beter wordt niet meer zo direct gebruikt in de stukken die op internet over de nieuwe wet te vinden zijn. Misschien is de operatie daar wel te complex voor: Het opgaan van maar liefst 26 wetten in de Omgevingswet. En dan zijn er ook nog wetten die gedeeltelijk overgaan in de nieuwe wet en wetten die ten gevolge van de nieuwe wet veranderen. Al met al begrijpelijk dat de voorbereiding van zo een ingewikkelde operatie heel veel tijd kost. En zoals we allemaal weten: tijd is geld. Mijn eerste voorzichtige conclusie is dan ook dat de nieuwe Omgevingswet door de voorbereiding al een hele dure wet is. Dat leidt onmiddellijk tot de vraag: krijgen wij (belastingbetalende burgers van Nederland) straks waar voor ons geld?
Daarom is het belangrijk om te kijken wat het doel is van de nieuwe wet. Als ik afga op de meest recente publicatie op de website van de overheid is dat doel:
“het vereenvoudigen en samenvoegen van de regels voor ruimtelijke ontwikkeling”
Dat klinkt eigenlijk nog steeds als soep in blik: goed gevuld en gemakkelijk klaar te maken.
Meer ruimte voor lokaal bestuur
Maar….. gemakkelijk is fijn en eigenlijk ook wel helemaal van deze tijd. Want we zijn allemaal altijd en overal verschrikkelijk druk. Gemakkelijk betekent in dit geval voor alle plannenmakers dat straks onder de nieuwe Omgevingswet de realisatie van hun plannen een stuk sneller kan plaatsvinden. En zoals nu met de Crisis- en herstelwet in het belang van een plan naar een compromis gezocht kan worden als bijvoorbeeld niet aan alle milieuvoorwaarden kan worden voldaan, is het de bedoeling dat ook in de nieuwe Omgevingswet afwegingsruimte zit voor het (lokale) bestuur. Om in de termen van soep te blijven: een beetje van Maggi en een beetje van jezelf.
En in dat laatste liggen de kansen, want….. bestuurders zijn geen koks. Een blik opentrekken en opwarmen dat lukt nog wel, maar als zij daar zelf ingrediënten aan moeten, willen of mogen toevoegen is goed advies onontbeerlijk. De ultieme kans dus voor alle RO adviseurs, maar tegelijkertijd met de dure plicht om te zorgen dat ontwikkelingen niet ten koste van de leefomgeving (de gezondheid en het welzijn van mensen, dieren en de natuur) gaan. Want pas dan krijgen wij waar voor ons geld!
P.S. als kritische lezer heeft u vast begrepen dat de vergelijking met soep in blik niet opgaat, want op elk blik staat houdbaar tot…;-)
Marijke Koek
Senior Vergunningverlener, beleidsadviseur en adviseur externe veiligheid.