Joke Goedhart over overheidsgedrag en de doelen achter de milieuwetgeving
‘Corona leidt ook bij mij tot reflectie en bespiegeling. Maar misschien in een andere richting dan de eerdere blogs. De discussie over de Coronawet, het stellen van regels en de handhaving daarvan, leidde bij mij tot een terugblik. Hoe gaan we in dit land vandaag de dag eigenlijk met handhaving om? Ik sta al jaren professioneel meer op afstand van het vak en vraag mij af wat de relatie is tussen de ontwikkelingen op het vlak van handhaving en organisatieontwikkeling, een van mijn favoriete onderwerpen.’
Over Joke Goedhart
Omdat kennis snel vervliegt en vergrijzing nu concreet wordt is kennisdeling extra belangrijk. Bisschop + Partners zoekt relaties op die zich onderscheiden in kennis en ervaring en bevraagt ze over actuele vraagstukken.
Eerder namen criminoloog Rienk Hoff en vergunningenspecialist Henri van Heeswijk plaats achter ons digitale spreekgestoelte. Deze week geven we graag het woord aan Joke Goedhart.
Joke is secretaris en algemeen directeur bij het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, waar zij de menselijke maat hoog in het vaandel voert. Naar aanleiding van de coronacrisis laat zij haar licht schijnen over wat we over handhaving kunnen leren.
Beetje dom
‘Waarom corona als aanleiding? Corona begon voor mij helemaal niet met handhaving. Ten tijde van het afkondigen van de eerste lockdown ging het meer om een appèl dan om regels. De slogan “Alleen samen krijgen we corona er onder,” deed een beroep op ons allen om ons verantwoord te gedragen. Een appèl in de traditie van hoe wij dat in ons land doen. Geen bot gezag maar dialoog en respect voor elkaar, zoals Rienk Hoff, dat in zijn blog benoemde. Daar bleef het uiteraard niet bij. Niet iedereen hield zich aan de uitgangspunten en ja, als je als overheid dan iets wilt, heb je regels nodig die het overheidsgedrag legitimeren. Niks mis mee. Ook de discussie in de Tweede Kamer over wat in de wet op welke manier moet worden voorzien van welke sanctie, is navolgbaar. Daar gaat de wetgever tenslotte over.
Toen kwam het incident met minister Grapperhaus, die tijdens zijn huwelijk begrijpelijk maar een beetje dom gedrag vertoonde. Hij had als publiek figuur beter moeten weten. De kranten kopten “Grapperhaus alsnog beboet voor Corona-overtreding.” Alsof handhaving onderhandelbaar is!
Vangnet
‘Toen ik in de tachtiger jaren van de vorige eeuw mijn entree maakte in het vakgebied van de milieu- en bouwregelgeving, bestond er in dat vakgebied niet veel handhaving. Er was oorspronkelijk geen link met de Wet op de economische delicten. Handhaving vond niet geordend – laat staan consequent – plaats. In de jaren daarna volgde er een ontwikkeling van een overheid die regels meer als vangnet gebruikte naar een overheid met een bijna zwart/wit aanpak van handhaafbare regels en een adagium van honderd procent handhaving. Een ontwikkeling die sterk onder invloed stond van de noodzakelijke bescherming van het milieu en in die zin dus begrijpelijk. Die bescherming zou er immers niet zomaar komen.’
Kerkdeuren
‘Als overheid vlogen wij de regelgeving netjes aan met de opbouw van doelgroepenbeleid, gesprek en respect en pas in tweede instantie met handhaving en sanctionering. Dit laat onverlet dat de regelgeving en het adagium van honderd procent handhaving in mijn optiek trekken vertoonde van doorgeschoten bureaucratie. Er hoefde ook maar iets te gebeuren of het leidde tot extra regeldruk. Onze wens was: een risicoloos leven. De voorbeelden van de monumentale kerkdeuren die plots naar buiten moesten draaien als gevolg van aangescherpte brandveiligheidsregels zijn veelzeggend. Gelukkig is er in de zwart/wit aanpak weer meer nuance gekomen. Maar zijn we er daarmee?’ Natuurlijk is handhaving niet plat onderhandelbaar! Maar het gesprek over handhaving vindt altijd plaats. Wat vragen wij van onze handhavers?’
Dubbel DNA
‘Als overheid vlogen wij de regelgeving netjes aan met de opbouw van doelgroepenbeleid, gesprek en respect en pas in tweede instantie met handhaving en sanctionering. Dit laat onverlet dat de regelgeving en het adagium van honderd procent handhaving in mijn optiek trekken vertoonde van doorgeschoten bureaucratie. Er hoefde ook maar iets te gebeuren of het leidde tot extra regeldruk. Onze wens was: een risicoloos leven. De voorbeelden van de monumentale kerkdeuren die plots naar buiten moesten draaien als gevolg van aangescherpte brandveiligheidsregels zijn veelzeggend. Gelukkig is er in de zwart/wit aanpak weer meer nuance gekomen. Maar zijn we er daarmee?’ Natuurlijk is handhaving niet onderhandelbaar in de letterlijke zin van het woord! Maar het gesprek over handhaving vindt altijd plaats. Dus wat vragen wij van onze handhavers?’
Naleefgedrag
‘Dit mag eenvoudig klinken maar dat is het zeker niet! Het betekent elke dag hard werken om met onze handhavers te bouwen aan de goede mindset van het waterschap. Kun je regels als vangnet gebruiken? Dus alleen optreden als er iets uit de hand loopt? En omgekeerd: handhaven we ook op iets wat onbeduidend lijkt? Zoals bijvoorbeeld bij het dempen van watergangen in het tertiaire systeem: de kleinere watergangen die worden onderhouden door derden. Eén demping is geen probleem. Massaal dempen wel. Mag je bij handhaving het naleefgedrag van de overtreder een rol laten spelen? Iemand die moedwillig de regels bruuskeert anders behandelen dan iemand die te goeder trouw is? Of handhaven we vooral vanwege het uitstralingseffect? Hoe doe je dat dan en hoe voorkom je willekeur? En wanneer sluit je weer de lus met de regelgeving: handhaaf je een keer niet of ga je de weg van aanpassing van de regels? Het zijn allemaal bekende begrippen, die niet uniek zijn voor ons als waterschap. Het zijn wel begrippen die vanuit de optiek van organisatieontwikkeling vragen om het kiezen van positie.’
Evenwicht
‘In ons waterschap kiezen wij voor de organisatiefilosofie van een flexibele overheid. Wij bieden onze mensen ruimte en ontplooiing en vragen eigenaarschap. Op het gebied van handhaving betekent dit een voortdurende dialoog met onze mensen over het vak. “Bespreek regelmatig een casus,” zegt mijn manager. Ik onderschrijf dat. Alleen dan vind je het evenwicht tussen kaders vanuit het bestuur en handelingsperspectief voor de individuele handhaver. Het evenwicht tussen rekkelijken en de preciezen. Anders gezegd: handhaving als een serieuze professie en niet als sluitstuk wanneer het ons uitkomt. Geen zwart/wit benadering dus, maar een benadering vanuit de nuance. Je kunt een handhaver daarin niet alleen laten staan. Elke handhaver verdient een organisatie die niet alleen op inhoud schoolt maar ook op ‘beoordelingsvermogen.’
Zelfbewustzijn
‘We zijn verder dan in de tachtiger jaren van de vorige eeuw. De thematiek van toen lijkt dezelfde als de thematiek van nu. Maar de belanghebbenden zijn beter – of soms anders – geïnformeerd; mondiger. Regels zijn niet meer heilig omwille van de regels zélf. In die zin zou je handhaving wel degelijk onderhandelbaar kunnen noemen met als inzet: de uitleg van het waarom. Het voordeel van nu is het beroep van handhaver zoals dat zich in de afgelopen decennia heeft ontwikkeld. Er is veel meer zelfbewustzijn en gerichtheid op de doelen achter de regels en de handhaving. Een mooi beroep dat het verdient dat we aan de ontwikkeling ervan blijven werken!’
Lees ook:
Criminoloog Rienk Hoff over Naleefgedrag en handhaving in coronatijd.
Vergunningenspecialist Henri van Heeswijk over Vergunningverlening, toezicht en handhaving tijdens de coronacrisis.